Chakra’s is Sanskriet voor ‘wiel of cirkel’. Chakra’s worden vaak beschreven als trechtervormige centra, die op een bloemkelk lijken. Daarom werden de chakra’s in India weergegevens als lotusbloemen. Ook werden ze beschreven als oplichtende centra, die als kleine zonnen door het lichaam stralen. In de chakra’s is de energie aanwezig als een soort draaikolk. Chakra’s zijn niet anatomisch. Wij kennen 7 hoofdchakra’s die alle andere chakra’s aansturen. Deze hoofdchakra’s bevinden zich in de wervelkolom en zijn nauw verbonden met hormoonklieren en zenuwknopen.
De trechtervormige en oplichtende centra wijzen op belangrijke functies van de chakra’s. De chakra’s nemen energieën uit de omgeving; uit de natuur, de aura van planten, dieren en medemensen, van zon, maan, sterren en de totale kosmos. Deze energie wordt verzameld, omgezet voor lichamelijke, psychische en geestelijke processen ter beschikking gesteld. Dit is tevens ook de symboliek van de trechtervormige bloemkelken. Daarnaast laten de chakra’s kosmische levensenergie (prana) door de mens heen stralen. Het zijn geleiders die energiestromen uit de kosmos en aarde filteren, zodat die zich kunnen samenvoegen. Ook wordt elk orgaan bestuurd en gevoed door een eigen chakra.
Elke wisselwerking die we hebben met mensen, planten en dieren is doordrongen van subtiele energie. Het is de levenskracht (Prana Shakti) die tussen ons wordt uitgewisseld. Mensen, planten en dieren zijn allen onlosmakelijk met elkaar en “de bron” verbonden. Energie stijgt vanuit de aarde naar onze lagere chakra’s en beïnvloedt onze lichamen. Ze verankert onze geest in de materiële realiteit. Ze daalt ook vanuit de kosmos door onze bovenste chakra’s op ons neer en beïnvloedt ons denken, voelen en onze spirituele perceptie. We kunnen onze energie veranderen door bewust te leven en te begrijpen hoe de levenskracht reageert op onze positieve bedoelingen.
Prana Shakti heeft vaste paden in het subtiele lichaam. Deze paden noemen wij Nadi’s. In ons subtiele lichaam zijn duizenden van deze nadi’s. Vanuit de chakra’s, die je kunt zien als een verzamelpunt van levenskracht, lopen de nadi’s naar verschillende plaatsen. De nadi’s verbinden de verschillende bewustzijnsniveaus zodat informatie over en weer verzonden kan worden tussen de verschillende lagen.
Binnen het complexe netwerk van nadi’s zijn er drie het belangrijkst omdat ze de stroom van prana en bewustzijn in alle andere nadi’s van het lichaam beheersen.
Dit zijn de Ida, Pingala en Sushumna. De Ida nadi beheerst alle mentale processen, terwijl de Pingala nadi alle vitale processen beheerst. Ida staat voor de maan en Pingala voor de zon. Een derde nadi, Sushumna, is het kanaal voor het ontwaken van het spirituele bewustzijn.
Sushumna stroomt door het centrale kanaal van het ruggenmerg, terwijl Ida en Pingala gelijktijdig over de buitenkant van het ruggenmerg stromen, maar nog steeds aan de binnenkant van de wervelkolom. De Ida, Pingala en Sushumna nadi’s beginnen in de Mooladhara in de bekkenbodem. Van daaruit vloeit Sushumna rechtstreeks naar boven binnen in het centrale kanaal, terwijl Ida naar links gaat en Pingala naar rechts.
Bij het Swadhisthana chakra, of de plexus sacralis, komen de drie nadi’s weer samen en Ida en Pingala kruisen elkaar. Ida gaat naar rechts, Pingala naar links en Sushumna blijft recht naar boven stromen door het centrale kanaal. De drie nadi’s komen weer samen bij het Manipura chakra, de solar plexus, en zo verder. Ten slotte ontmoeten Ida, Pingala en Sushumna elkaar in de pijnappelklier – het Ajna chakra.
Chakra’s bevatten verschillende niveaus van bewustzijn, activiteit en energetische lading. De lagere chakra’s vallen in de categorie magnetische energie, terwijl de bovenste van nature elektrisch zijn.
Alle chakra’s draaien dezelfde kant op en met de klok mee. Ze moeten allemaal ongeveer even groot zijn (zowel voor als achter) dan is er een ideale situatie, balans en harmonie. Draait een chakra niet of tegen de klok in dan is de chakra gesloten. Chakra’s trillen ieder op een eigen frequentie en omdat kleuren dat ook doen worden ze met keuren in verband gebracht.
De drie laagste chakra’s (Mooladhara, Swadhisthana, Maniupra) die zich onder het middenrif bevinden staan bekend als de vrouwelijke chakra’s omdat ze voornamelijk ontvangen. Ze nemen de energie op uit de aarde en de directe omgeving. Ze verbinden ons met Moeder Aarde en de gebeurtenissen en eigenschappen die ons koppelen aan gezin, familie en gemeenschap. Ze houden zicht bezig met hoe we het leven beheersen met behulp van ons instinct, waarbij we van familie geërfde energie gebruiken om onze levenskracht te behouden. Deze chakra’s zijn ook de dragers van ziekte- en gezondheidspatronen, evenals van moed, listigheid en heimelijkheid die nodig zijn om in leven te blijven.
De vier bovenste chakra’s (Anahata, Vishuddhi, Ajna, Sahasrara) staan bekend als de mannelijke chakra’s. Ze zijn hoofdzakelijk bezig met het afgeven van energie in de vorm van liefde, communicatie, gezonde houdingen en innerlijke reflectie. Ze verbinden ons met de bron en worden actief zodra we spiritueel worden en tot liefde in staat zijn.
Deze chakra’s zijn onderling afhankelijk. Als een van de energiecentra afgesloten is dan zullen de anderen dat compenseren door de levenskracht te behouden. Ze hebben afgebakende grenzen waardoor ze zich van elkaar onderscheiden. Ze fungeren als geleiders en halen vitale energie uit de aarde, laten die door de lichamelijk laag circuleren en laten haar vrij als hoger bewustzijn. Vitaliteit wordt omgezet in bewustzijn, spiritualiteit en een dieper begrip van het universum.
De energie wordt gebruikt om in Annamaya kosha (fysieke lichaam) de hormoonstroom in de endocriene klieren te stimuleren. Deze beïnvloeden dan weer het metabolisme; het biochemie van het lichaam en de mate waarin het energie gebruikt.
In Pranamaya kosha (energetische laag) voelen we de fysiologische processen die in onze fysieke lichaam plaats vinden. Als bijvoorbeeld een chakra op dit niveau verstop zit verloopt het filteren van de energie traag en we ervaren dit dan als bijvoorbeeld kou en een gebrek aan energie.
Chakra’s zijn buitengewoon ontvankelijk voor onze gedachten en gevoelens. In Manomaya kosha (emotionele laag) ontstaan bijvoorbeeld emoties. Als we ons bewust zijn van gevoelens en een plaats in onze ervaring kunnen geven, beïnvloedt dat ons energieniveau. Emoties spelen een grote rol bij genezing.
In Vijnanamaya kosha (gedachten laag) vinden bewuste en onderbewuste processen plaats. Als de chakra’s in deze laag optimaal functioneren dan wordt ons denken helderder en hebben we minder vooroordelen over hoe het zou moten zijn. Hoe positiever we zijn, hoe veerkrachtiger ons energiesysteem is.
Anandamaya kosha (laag van gelukzaligheid) is de zetel van het Zelf. Als alle chakra’s in balans zijn kan onze levensenergie onbeperkt stromen. Alle lagen zijn dan in balans. Onze geest, onze gevoelens en ons lichaam functioneren dan als één.
Een chakra is eigenlijk te vergelijken als een bloemenkelk of trechter. De buitenste rand vangt alle dagelijkse stress op. Het lange lichaam bestaat uit de houdingen en ideeën die we over het leven hebben. De zaden van ons lot liggen in de punt van het chakra en kunnen niet opengaan voordat we de rest van de trechter hebben gezuiverd van alle negativiteit. Is dit eenmaal gedaan dan komen wij helemaal tot onze ontplooiing; meer liefde, meer overvloed en meer bewustzijn.
Door het aannemen van de yogahoudingen (asana’s) beïnvloed je de chakra’s, de energiecentra in ons lichaam. Energie die daar is opgehoopt of is gestagneerd zal weer gaan stromen. Gestagneerde energie kan klachten en ziekten veroorzaken. Als je met yoga begint, kun je tijdelijk lichamelijke en/of psychische problemen ondervinden omdat er gifstoffen vrijkomen, die veroorzaakt zijn door deze klachten en ziekten. Door de juiste yogabeoefening kun je hier doeltreffend mee omgaan en deze problemen verwerken. En yoga is natuurlijk ook leuk!